Ook dokters worden ziek.
20 apr. om 06:30 door Anne Strik
Daar sta ik. In de rij voor de paspoortcontrole op Schiphol. Ik kwam weer terug van een werkreis naar Mumbai. M'n oren suisden. Mijn zicht is anders, het lijkt alsof ik door een tunnel kijk met zwarte randen rondom mijn gezichtsveld. Mijn hartslag is snel, mijn ademhaling ook en mijn benen trillen. Waarom ben ik hier? Hoe moet ik thuis komen? Waar is mijn koffer?
Het zijn vragen die normaal gesproken zo vanzelfsprekend zijn, maar waarvan ik nu de antwoorden niet weet (ik heb mijn koffer gewoon in m'n hand..). Heb ik een paniekaanval? Ben ik ziek? Maar, ergens in mijn achterhoofd weet ik dat dit moment er al maanden aan zit te komen...
Niet klagen, gewoon doorgaan.
Terwijl ik nog steeds in de rij op Schiphol sta, bel ik mijn huisarts, waar ik tot nu toe nog nooit naartoe ben geweest. Het enige wat ik nog kan zeggen tegen de assistente is dat het niet goed met me gaat en ik hulp nodig heb. Ze hoorde vast en zeker aan mijn stem dat het menens was en plande een afspraak voor diezelfde middag bij de huisarts. Hoe ik ben thuisgekomen weet ik niet meer, alles vanaf de rij op Schiphol tot het moment dat ik bij de huisarts zat is een zwart gat in mijn geheugen.
Ik vertelde de huisarts over mijn lichamelijke klachten. Ik was de laatste maanden veel ziek en ook nu, al voor mijn vertrek naar India, voelde ik me grieperig en had ik een nare hoest. Hoewel ik ergens diep van binnen wist dat het niet verstandig was om te gaan reizen, ging ik toch. Alles was immers al geregeld, de reis was betaald en ik moest een presentatie geven. Ik kon die mensen toch niet teleurstellen? Gewoon even doorzetten, dan zou ik het daarna iets rustiger aan kunnen doen. Al die korte werkreisjes naar Kopenhagen, Hawaii, Amerika en India binnen een paar maanden waren misschien wat veel naast mijn nieuwe baan, maar als anderen dit aan kunnen dan kan ik dat toch zeker ook? Niet klagen en doorgaan. Dat ik daarnaast nog mijn proefschrift aan het afmaken was, in opleiding was tot klinisch farmacoloog, aan het werk was als medisch adviseur bij een bedrijf en er een bruiloft op de planning stond was alleen maar leuk.
Een burnout is voor zwakkelingen.
Ik heb veel plannen, zoals mijn specialisatie die in september start. Het enige wat me nu tegenzit, is mijn lichaam. Het werkt niet mee. Middenin mijn geratel, onderbrak de huisarts in opleiding mij plotseling. Ze vroeg me of het niet allemaal teveel was geworden? Ik barstte spontaan in tranen uit. Ik kan altijd alles aan. Was het me nu teveel geworden? Ik vind het fijn om druk te zijn, waarom gebeurt dit nu?! Na een lang gesprek waarbij de huisarts me adviseerde om voorlopig ‘even’ niet te gaan werken, belde ze haar supervisor. ‘Ik heb hier tegenover mij een jonge vrouw met een burn-out…’. EEN WAT?! Ik kan mij niet eens meer herinneren wat ze verder aan hem vroeg. Het woord burn-out was het enige wat doordreunde in m'n hoofd. Gadver, wat had ik een hekel aan dat woord. Een burn-out, dat is iets voor zwakkelingen, voor mensen die hun grenzen niet kennen en geen ‘nee’ kunnen zeggen. Die denken dat ze het druk hebben en dan dus liever een tijdje niet werken. Ik, een burn-out? Echt niet. Ik ben gewoon aan vakantie toe.
Opgebrand.
Vanaf 3 juni 2019 zit ik ziek thuis. Met een echte, daverende burn-out. Het voelt nog steeds raar om dit zo openlijk uit te spreken, maar ik ben gestopt met alles mooier maken dan het is. Dat werkte niet. Het woord burn-out heeft naar mijn mening een wat negatief karakter. Misschien wel doordat het momenteel zo vaak wordt gebruikt in de media en het lijkt alsof dit labeltje bij iedere iets overwerkte millennial al snel wordt opgeplakt. Vooral in de eerste weken schaamde ik mij om het mijn omgeving te vertellen. Ik had het idee dat ik mijn vrienden, familie en collega’s teleur zou stellen als ze zagen dat ik niet alle ballen hoog had kunnen houden. Van jongs af aan word ik altijd al geprezen om mijn doorzettingsvermogen, ambitie en discipline. Naast dat ik de perfecte arts wil zijn voor mijn patiënten, wil ik ook de beste dochter, vriendin, zus, nicht en collega zijn. Ik wil iemand zijn die daarnaast ook nog perfect is in het uitoefenen van sport, het schoon houden van haar huis en dat allemaal met een perfect lichaam dat gezond is en genoeg slaapt krijgt.
Right…Dat mijn perfectionisme mij heeft gebracht waar ik nu ben, pleit voor het feit dat ik deze karaktereigenschap niet moet laten varen. Dat het ook mijn allergrootste valkuil is, heb ik nu op een keiharde manier ontdekt.
Huilen. heel veel huilen.
Mijn burn-out kwam voor mij van het één op het andere moment. Mijn vriend, die me al langere tijd zag afglijden, vertelde mij later dat hij zich al maanden zorgen maakte. Hij sprak dit ook naar me uit, maar ik geloofde hem niet en ging gewoon door. De eerste weken thuis zonderde ik me af. Ik sliep en ik huilde. Ik durfde met niemand uit mijn omgeving contact op te nemen, ik was nog niet klaar om te delen dat ik een burn-out had. Het eerste wat mensen altijd aan me vragen als ik ze zie, is hoe het op mijn werk gaat. Moest ik dan antwoorden dat ik niet werk, dat ik ziek thuis zit? Wat een afgang. Ik schaamde me zo, dat ik pas na vier weken mijn vrienden en familie vertelde wat er aan de hand was.
Na die eerste weken borrelde er een ontzettende onrust in mij op. Wat kon ik doen om zo snel mogelijk weer beter te zijn?! Ik had een deadline voor het inleveren van mijn proefschrift in te leveren, moest mijn stages voor de opleiding nog afmaken en in september start ik als arts-assistent met de specialisatie. Ohja, en ik ga trouwen in september! Ik kan toch niet thuis zitten en maar rust blijven houden? De onrust en het feit dat ik nog steeds niet accepteerde wat er aan de hand was zorgde ervoor dat ik niet beter werd en dat het eigenlijk alleen maar steeds slechter met me ging. Ik werd somber en zag het niet meer zitten. Dat ik door de bedrijfsarts volledig arbeidsongeschikt werd verklaard, sloeg bij mij in als een bom. What?!
Leren nee zeggen.
Ik nam de stap om met een professional te gaan praten en jeetje wat lucht dat op! Ik ben niet gek. Ik ben niet zwak. Ik ben niet minder sterk dan ik was. Ik had veel te veel ballen om hoog te houden. Leren ‘nee’ zeggen en mijn grenzen aanvoelen zijn mijn focuspunten voor de komende tijd. Of ik het ga redden om mijn proefschrift op tijd en zo compleet mogelijk in te leveren? Ik doe mijn best. Of ik het aan kan om in september fulltime aan de specialisatie te beginnen? Ik doe wat ik kan. Of ik ooit mijzelf weer zo zal wegcijferen met de illusie perfect te kunnen zijn? Never nooit meer.
Het zo openbaar maken van mijn gevoelens en verhaal is iets wat totaal (nog) niet bij mij past, maar aangezien ik mijn comfort zone toch al verlaten heb, waag ik het erop. Ik weet dat er een taboe bestaat op het overwerkt zijn of zelfs het hebben van een burn-out in de wereld van de high achievers en dát is de reden waarom ik mijn verhaal wil delen. Blijf niet lopen met klachten waarvan je zelf dondersgoed weet dat ze schadelijk voor je zijn en zet jezelf op nummer 1. Ik ben er van overtuigd dat ik hier sterker uit kom dan ik al was en mijn ambities zijn niet minder geworden, in tegendeel. Het verschil is alleen dat ik mij ben gaan beseffen dat ik niet perfect ben (duur) en er meer is dan alleen maar werk en presteren. Ik ben dankbaar voor alles wat lukt én alles dat mislukt. Zorgzaam blijf ik altijd, maar ik zorg nu op de eerste plaats goed voor mezelf, zodat ik het beste voor mijn patiënten kan zorgen.
Dit artikel is geschreven door Anne Strik.
Ik zit al een tijdje thuis. Met een daverende burn-out.