Sport: you love it or you hate it.
13 mrt. om 07:00 door Kirsten Elsdijk
Ik tel de seconden af want mijn spieren trillen als een gek. Ik hou het planken niet langer meer vol en zak steunend ineen, op de grote fitnessbal. Shit, denk ik, weer de minuut niet gehaald.
“Pff, ik hoor echt bij de kneuzengroep”, zeg ik. Niet dat die bestaat, want meedoen is immers belangrijker dan winnen heb ik eens gehoord. Samen lachen we erom, ik sport nu anderhalf jaar met mijn trainer Philip en hij weet dat ik niet bepaald tot de ‘o-wat-hou-ik-van-sport-club’ hoor. Heel vaak ben ik te laat voor de training, terwijl ik er bij andere afspraken altijd voor zorg dat ik er ruim op tijd ben. Ondanks dat, en mijn gebrek aan enthousiasme, weet hij me zo goed te coachen dat ik elke week weer mijn grenzen verleg en sterker word. Eenmaal aan het trainen geslagen, doe ik enorm mijn best en loop ik er absoluut niet de kantjes vanaf.
Sport op je to-do lijst.
Als orthomoleculair therapeut raad ik mijn klanten altijd aan om te sporten. Het staat hoog op de prioriteitenlijst. Ik ken namelijk maar al te goed de positieve effecten van sporten op het menselijk lichaam. Denk bijvoorbeeld aan:
- een betere doorbloeding die goed is voor alle cellen in je lichaam.
- spiermassa scheidt ontstekingsremmende stoffen uit (myokines) en voorkomt pieken in het bloedsuikergehalte.
- spieren nemen snel glucose op waardoor genoeg beweging een goede bescherming vormt tegen overgewicht.
- de belasting van je botten tijdens sporten voorkomt bosontkalking.
- door je spieren te belasten voorkom je sarcopenie, het verlies van spiermassa.
Ik ben echt geen sporttalent, nooit geweest. Eerlijk gezegd, het heeft m'n interesse ook niet zo, in tegenstelling tot vroeger. Ik probeerde van alles, maar vond niks leuk. Alleen paardrijden hield ik een tijdje vol, maar het feit dat ik dat niet als sporten zag kan een verklaring zijn.
Stel je voor dat iemand me zag...
Ik wilde een sport altijd direct beheersen. Want, stel je voor dat iemand zag dat ik het niet goed deed en daar iets van zou vinden. Ik kan me zelfs nog een paar voorbeelden herinneren. Samen met een vriendin ging ik op jazzballet. Ik had moeite met al die ingewikkelde pasjes, terwijl het voor haar gesneden koek leek. Hoe ik ook mijn best deed, het lukte voor geen meter. “Doe jij maar alleen benen, Kirsten”, zei de lerares. Fail. Dit was genoeg bevestiging voor mij dat ik hier niet op mijn plek was.
Ook bij turnen kwam ik niet verder dan de vouwhang in de ringen. De vriendin met wie ik er samen wekelijks heen ging, schopte het tot de selectie. Jaren later, ben ik na één seizoen tennis gestopt omdat de clubkampioen verliefd op me werd en steeds kwam kijken. Ik durfde niet meer want ik was een beginner en schaamde me kapot. Op noren leren schaatsten, deed ik in het donker als iedereen al weg was. Als niemand me zag zette ik wel door, zelfs op een geleende maat 45. ;).
Wat ik wel goed kon als jong meisje, was heel hard rennen. Ik mocht een paar jaar achter elkaar de school vertegenwoordigen bij de sportdag. Op de middelbare school werd ik eens geselecteerd, ditmaal voor een soort hordenloop in een sporthal. Mijn kinderverkering stond langs de kant te kijken. Van de zenuwen rende ik dwars door de hindernissen heen. Ai. Dat was de laatste keer dat ik voor de sport gerend heb. Misschien heeft de faalangst van toen zich nu wel vertaald naar een soort van weerstand. Dat zou zomaar kunnen.
Practice what you preach.
Ik ben van ‘practice what you preach.' Als ik mijn klanten vertel dat ze moeten sporten, moet ik dat zelf ook. Zo deed ik aan fitness, hardlopen, Pilates en yoga. De motivatie was er, maar... de discipline niet. Daarom koos ik anderhalf jaar geleden voor personal training. Ik was mijn eigen excuses om niet te sporten zat. Ik heb nu een stok achter de deur (Philip) en ik ga twee keer per week een uur naar de sportschool. Ik doe vooral krachttraining, afgewisseld met wat stretch- en conditieoefeningen. In het begin plofte ik na de training thuis op de bank en moest moest ik echt even bijkomen. Nu voel ik me goed na een training. Als ik klaar ben heb ik een voldaan gevoel, voel ik me sterk en snap ik niet waarom ik er weer met lood in mijn schoenen naar toe ging. Gek genoeg herhaalt dit proces zich iedere week.
Bewegen op een manier die bij jou past.
Er zijn nog veel meer manieren te bedenken om toch je dagelijkse beweging te pakken. Ik leen bijvoorbeeld vaak een hond uit de buurt om een mooie wandeling in de natuur te maken. Dan sla ik twee vliegen in een klap want bewegen in de natuur reguleert lichaam en geest bij stress en kalmeert een overactief immuunsysteem. Het voelt ook nuttig, want zowel de hond als zijn baasje zijn er blij mee, wat weer resulteert in een voldaan gevoel.
Het is belangrijk om voldoende te bewegen. Houd je niet van sport? Zoek iets dat bij je past, dan houd je het een stuk langer vol. En ga desnoods voor die stok achter de deur. Je eigen Philip die een afspraak met je maakt waar je niet onderuit kunt. ;)
Dit artikel is geschreven door Kirsten Elsdijk.
Van de zenuwen rende ik dwars door de hindernissen heen.