Je eet gezond, maar valt toch niet af?!

In deze vijfdelige reeks laat ik je zien dat ‘elk pondje gaat door het mondje’ echt niet altijd geldt! Vanuit mijn expertise als hormooncoach deel ik de komende tijd vijf belangrijke factoren waarom afvallen moeizaam gaat ter sprake; een instabiele bloedsuikerspiegel, stress, oestrogeendominantie, een trage schildklierwerking en verkeerde voeding.

Insuline

We starten met insuline; vriend én vijand. Er zijn een aantal hormonen die de bloedsuikerspiegel beïnvloeden. Dit zijn, kort door de bocht, insuline om de bloedsuikerspiegel te verlagen en cortisol, adrenaline en glucagon om de bloedsuikerspiegel te verhogen. Er is maar één hormoon om de bloedsuikerspiegel te verlagen, en drie om deze te verhogen. Ons lichaam is dus eigenlijk gebouwd op schaarste, een woord dat niet echt past in onze huidige maatschappij…;).

Simpel gezegd werkt het reguleren van de bloedsuikerspiegel in een normale situatie zo; je eet iets waarna de opgenomen voedingsstoffen komen terecht in de bloedbaan. Je bloedsuikerspiegel stijgt. Je alvleesklier produceert vervolgens insuline. Insuline zorgt ervoor dat de bloedsuikers opgenomen worden door je lichaamscellen. Je bloedsuikerspiegel daalt weer tot een normaal niveau. Dit proces wordt versneld door o.a. suikerrijke voeding en geraffineerde koolhydraten zoals witte pasta, wit brood, witte rijst, etc.. Omdat deze producten minder lichamelijke bewerking nodig hebben komt de glucose (suiker) uit deze voeding sneller vrij in de bloedbaan. Hierdoor ontstaat er een bloedsuikerpiek, waarop gereageerd wordt met een grote dosis insuline uit de alvleesklier. Het nadeel hiervan is dat de bloedsuiker te snel daalt, waardoor je even later wéér trek hebt in iets zoets. Daarnaast wordt het teveel aan insuline en glucose opgeslagen als vet! Het resultaat? Een vicieuze cirkel waarin je blijft neigen naar voeding en ondanks je harde werk geen grammetje afvalt. Je lichaam gaat wennen aan de hoeveelheid insuline, er is meer insuline nodig om hetzelfde effect te bewerkstelligen en zo kan er insulineresistentie, en in een later stadium zelfs Diabetes type 2 optreden.

Hoe herken je een instabiele bloedsuikerspiegel?

• Schommelingen in je energiebalans (wie kent de after-dinner-dip niet?)
• Erge behoefte aan zoetigheid of geraffineerde koolhydraten zoals brood
• De hele dag denken aan eten
• Overgewicht en gewichtstoename
• Last van bloedsuikerdips (misselijk, slap, draaierig, chagrijnig, hoofdpijn)
• Met name vet opslaan op je buik en ‘lovehandles’
• Onregelmatige menstruatie
• Slecht slapen

Je bent bijna een uitzondering als je hier in de 21^e eeuw géén last van hebt ;). En dan zeggen ze dat afvallen te maken heeft met wilskracht…niet dus.
Ik sluit deze blog graag positief af met te zeggen dat je gelukkig ook iets kunt doen aan het stabiliseren van je bloedsuikerspiegel.

Tips voor een stabiele bloedsuikerspiegel.

• Kies voor onbewerkte voeding (bijv. roomboter, biologische kip, verse groenten, etc.)
• Beweeg regelmatig en minimaal 30 minuten
• Doe aan krachttraining
• Matig met koffie, alcohol en (light)frisdranken
• Matig met geraffineerde én ongeraffineerde koolhydraten
• Verhoog je eiwit- en vet inname ten opzichte van koolhydraten
• Koud afdouchen (echt bibberen voor ongeveer 30 seconden, sterkte…:))
• Eet minder vaak op een dag (3 of 4 porties per dag)
• Stel je ontbijt uit tot 10.00 uur en neem na het avond eten niets meer
• Beweeg op een nuchtere maag of doe kort aan krachttraining vóór je ontbijt (minimaal 7 minuten is voldoende)
• Maak je niet dik! Voldoende ontspanning en niet teveel stress

Zoals je ziet kun je zelf al veel veranderen aan je leefstijl om je insuline in toom te houden en vóór je te laten werken in plaats van tegen je! Bij twijfels kun je altijd op zoek gaan naar de juiste begeleiding om af te vallen. Neem de regie over jouw lichaam in eigen hand.

Deze blog is geschreven door Marjon Kok.

In mijn praktijk zie ik vrouwen die écht gezonder eten dan de meeste Nederlanders maar toch geen grammetje gewicht verliezen.